het woord werd vlees
6 Er was een man gezonden van God wiens naam Johannes was.(J) 7 Hij kwam als een getuige om te getuigen (K) over dat licht, zodat door Hem allen zouden geloven.(L) 8 hij zelf was niet het licht; hij kwam slechts als getuige van het licht.
9 Het ware licht (M) dat licht geeft aan iedereen(N) kwam in de wereld. 10 Hij was in de wereld, en al was de wereld door hem gemaakt,(O) de wereld herkende hem niet., 11 Hij kwam tot het zijne, maar het zijne ontving hem niet.(P) 12 maar aan allen die hem ontvingen, aan degenen die geloofden(Q) in zijn naam,(R) gaf hij het recht om kinderen van God(S) te worden— 13 kinderen geboren niet van natuurlijke afkomst, noch van menselijke beslissing of de wil van een man, maar geboren uit God.(T)
14 het woord werd vlees (U) en maakte zijn woning onder ons. We hebben zijn heerlijkheid gezien, (V) de heerlijkheid van de enige zoon, die van de vader kwam, vol van genade(W) en waarheid.(X)
15(Johannes getuigde (Y) over hem., En hij riep, zeggende: Dit is degene, waarover ik gesproken heb, toen ik zeide: Hij, die na mij komt, heeft mij overtroffen, omdat hij vóór mij was.'”) (Z) 16 uit zijn volheid (AA) hebben wij allen genade(AB) ontvangen in plaats van de reeds gegeven genade. 17 Want de wet is gegeven door Mozes; genade en waarheid is gekomen door Jezus Christus.(AD) 18 niemand heeft ooit God gezien, (AE) maar de enige zoon, die zelf God is en (AF) in nauwste relatie staat met de Vader, heeft hem bekend gemaakt.,Johannes de Doper ontkent de Messias te zijn 19 Nu was dit Johannes ‘ getuigenis toen de Joodse leiders(AH) in Jeruzalem priesters en Levieten stuurden om hem te vragen wie hij was. 20 Hij heeft niet nagelaten te belijden, maar heeft vrijelijk beleden: ik ben de Messias niet.”(AI)
21 ze vroegen hem, ” Wie ben je dan? Ben jij Elijah?”(AJ)
hij zei, ” Ik ben niet.”
” Are you the Prophet?”(AK)
hij antwoordde: “Nee.”
22 uiteindelijk zeiden ze: “Wie ben je? Geef ons een antwoord om terug te nemen naar degenen die ons gestuurd hebben. Wat zeg je over jezelf?,”
23 Johannes antwoordde in de woorden van Jesaja de profeet, “ik ben de stem van een roepende in de woestijn,(AL) ‘maak recht de weg voor de Heer.'”(AM)
24 Nu vroegen de Farizeeën die gezonden waren 25 hem: “Waarom doopt gij dan als gij niet de Messias, noch Elia, noch de Profeet bent?”
26 “Ik doop met water,” (een) Johannes antwoordde, ” Maar onder u staat een die je niet kent. 27 hij is het, die na mij komt, en wiens sandalen ik niet waardig ben los te maken.,”(AP)
28 Dit gebeurde allemaal in Betanië aan de andere kant van de Jordaan, (AQ) waar Johannes doopte.de volgende dag zag Johannes Jezus naar hem toe komen en zei: “Kijk, het Lam van God, (AR) die de zonde van de wereld wegneemt!(AS) 30 Dit is degene die ik bedoelde toen ik zei: “een man die na mij komt heeft mij overtroffen omdat hij vóór mij was.'(AT) 31 zelf kende ik hem niet, maar de reden dat ik kwam dopen met water was dat hij zou worden geopenbaard aan Israël.,”
32 toen gaf Johannes dit getuigenis: “Ik zag de geest neerdalen uit de hemel als een duif en blijven op hem.(AU) 33 en ik zelf kende hem niet, maar degene die mij stuurde om te dopen met water (AV) vertelde me, ‘de man op wie je de Geest neer ziet komen en blijft is degene die zal dopen met de Heilige Geest.'(AW) 34 Ik heb gezien en ik getuig dat dit God ‘ s uitverkorene is.”(AX)
Johannes ‘ discipelen volgen Jezus(AY)
35 de volgende dag was Johannes (AZ) er weer met twee van zijn discipelen. 36 toen hij Jezus voorbij zag gaan, zeide Hij: zie, het Lam Gods!,”(BA)
37 toen de twee discipelen hem dit hoorden zeggen, volgden ze Jezus. 38 toen hij zich omdraaide, zag Jezus hen volgen en vroeg: Wat wilt gij?”
ze zeiden: “Rabbi” (BB) (wat “leraar” betekent), ” waar verblijft u?”
39 “kom,” antwoordde hij, ” en je zult zien.”
dus gingen ze en zagen waar hij verbleef, en ze brachten die dag met hem door. Het was rond vier uur ‘ s middags.Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van de twee die hoorden wat Johannes had gezegd en die Jezus had gevolgd., 41 Het eerste wat Andreas deed, was zijn broeder Simon vinden en hem zeggen: Wij hebben de Messias gevonden (dat is de Christus).(BC) 42 en hij bracht hem naar Jezus.Jezus keek hem aan en zei: “Jij bent Simon, de zoon van Johannes. Je zult(BD) Cephas” (dat, wanneer vertaald, is Petrus) worden genoemd.(BE)
Jezus roept Filippus en Nathanael
43 De volgende dag besloot Jezus naar Galilea te vertrekken. Toen hij Filippus vond, zei hij tegen hem: “Volg mij.”(BG)
44 Filippus, net als Andreas en Petrus, kwam uit de stad Betsaïda.,(BH) 45 Filippus vond Nathanael(BI) en vertelde hem: “Wij hebben degene gevonden waarover Mozes schreef in de wet, (BJ) en waarover de profeten ook schreven(BK)—Jezus van Nazareth, (BL) de zoon van Jozef.”(BM)
46 “Nazareth! Kan daar iets goeds uit komen?”(BN) Nathanael gevraagd.
“kom en zie,” zei Philip.47 toen Jezus Nathanael zag naderen, zei hij over hem: “hier is waarlijk een Israëliet(BO) in wie er geen bedrog is.”(BP)
48 ” How Do you know me?”Vroeg Nathanael.Jezus antwoordde: “Ik zag je toen je nog onder de vijgenboom lag Voordat Filippus je riep.,”
49 toen verklaarde Nathanael: “Rabbi, (BQ) u bent de Zoon van God; (BR) U bent de koning van Israël.”(BS)
Leave a Reply