Achtergrond: symptomatische tachycardie is een veel voorkomende toelatingsdiagnose op de emergency department (ED). Dit kan een levensbedreigende aandoening zijn en vereist onmiddellijke aandacht., Supraventriculaire tachycardie (SVT) wordt vaak behandeld met adenosine, en succesvolle behandeling is beperkt tot atrioventriculaire (AV) knooppunt-afhankelijke SVTs als adenosine veroorzaakt een voorbijgaande hartblok. Er zijn echter beperkte gegevens beschikbaar over gevallen waarin het aanbevolen doseringsschema (6 mg, 12 mg, 12 mg) SVT niet beëindigt.
Case report: een 33-jarige man werd geëvalueerd in de ED met een elektrocardiogram waaruit een regelmatige smalle complexe tachycardie met een hartslag van 180 slagen/min en een ritme consistent met SVT., Hij meldde het ervaren van 3 dagen van vermoeidheid, myalgia’ s, hartkloppingen, en dyspneu op inspanning, maar was verder hemodynamisch stabiel. Pogingen tot chemische cardioversie met standaarddoses adenosine (6 mg, 12 mg en 12 mg) werden zonder succes gegeven. Na overleg met de cardiologiedienst werden aanvullende doses van 24 mg en daarna 36 mg adenosine toegediend. De laatste dosis van 36 mg gaf een aanhoudende conversie en keerde terug naar een normaal sinusritme. De patiënt onderging later een radiofrequente ablatie van een linkszijdige orthodromische reciprocerende bijkomende route., Na 3 maanden van medische behandeling liet de patiënt een implanteerbare cardiale defibrillator plaatsen om plotselinge hartdood te voorkomen. WAAROM ZOU EEN SPOEDEISENDE ARTS ZICH HIERVAN BEWUST MOETEN ZIJN?: Elk geval van SVT vraagt onmiddellijke aandacht van een noodarts. Het is noodzakelijk dat de aanbieders zich van de beperkingen van adenosine bewust zijn en wanneer het aangewezen kan zijn om van standaard het doseren aanbevelingen af te wijken. Dit is in aanvulling op het samenwerken met een expert in cardiale elektrofysiologie wanneer de initiële management tactieken niet succesvol zijn.
Leave a Reply