Portugese Taal, Portugees Português, Romaanse taal die wordt gesproken in Portugal, Brazilië en andere Portugese koloniale en voormalige koloniale gebieden. Galicisch, gesproken in het noordwesten van Spanje, is nauw verwant aan het Portugees.
Portugees dankt zijn belang—als tweede Romaanse taal (na het Spaans) in termen van aantal sprekers—grotendeels aan zijn positie als de taal van Brazilië, waar in het begin van de 21e eeuw zo ‘ n 187 miljoen mensen de taal spraken. In Portugal, het land van herkomst van de taal, zijn er meer dan 10 miljoen sprekers. Naar schatting zijn er ook ongeveer 8 miljoen portugeestaligen in Afrika (Angola, Kaapverdië, Equatoriaal-Guinea, Guinee-Bissau, Mozambique, Sao Tomé en Principe)., Portugees wordt ook gesproken door ongeveer 678.000 mensen in de Verenigde Staten, met grote gemeenschappen van sprekers in de staten Massachusetts en Rhode Island.
Braziliaans Portugees verschilt in verschillende opzichten van Europees Portugees, waaronder verschillende klankveranderingen en enkele verschillen in werkwoordvervoeging en syntaxis; bijvoorbeeld, object voornaamwoorden komen voor het werkwoord in Braziliaans Portugees, zoals in het Spaans, maar na het werkwoord in standaard Portugees. Ondanks verschillen in fonologie, grammatica en vocabulaire is Portugees vaak wederzijds verstaanbaar met Spaans.,Er zijn vier belangrijke Portugese dialectgroepen, alle onderling verstaanbaar: (1) centraal, of Beira, (2) Zuidelijk (Estremenho), met inbegrip van Lissabon, Alentejo en Algarve, (3) insulair, met inbegrip van de dialecten van Madeira en de Azoren, en (4) Braziliaans. Standaard Portugees werd ontwikkeld in de 16e eeuw, voornamelijk uit de dialecten gesproken van Lissabon tot Coimbra. Braziliaans (Brasileiro) verschilt in verschillende opzichten van het Portugees dat in Portugal wordt gesproken, zowel in syntaxis als in fonologie en vocabulaire, maar veel schrijvers gebruiken nog steeds een academische metropolitan standaard., Een Joods-Portugees is te zien in het 18e-eeuwse Amsterdam en Livorno (Livorno, Italië), maar vrijwel geen spoor van dat dialect is er vandaag de dag nog.
kenmerkend voor het Portugese geluidssysteem is het gebruik van nasale klinkers, aangegeven in de spelling door m of n na de klinker (bijvoorbeeld sim ‘yes,’ bem ‘well’) of door het gebruik van een tilde (∼) over de klinker (mão ‘hand,’ nação ‘nation’). In de grammatica is zijn werkwoordsysteem heel anders dan dat van het Spaans., Portugees heeft een vervoegde of persoonlijke infinitief en een toekomstige conjunctief en gebruikt het werkwoord ter (Latijns tenere, Spaans tener ‘hebben, ”houden’) als hulpwerkwoord in plaats van haver (Latijn habere, Spaans haber ‘hebben’; in het Spaans alleen gebruikt als hulpwerkwoord).
Leave a Reply